In hoofdstuk 7 onderzoek ik aan de hand van cosmeticamerk Dove of ‘echte’ vrouwen wel verstevigende bodylotion nodig hebben. Hoe kunnen we van spiegels en weegschalen weer neutrale instrumenten maken?
Ik sta in de badkamer en plak acht dikke stukken tape over de spiegel. Ik kan mijn gezicht niet meer zien. Als ik een stukje buk, zie ik nog net een randje van mijn voorhoofd en als ik spring, zie ik aan de bovenkant wat haar. De passpiegel in de slaapkamer heb ik omgedraaid. Verder heb ik geen spiegels in huis, behalve een klein uitklapexemplaar is mijn tas, uit de tijd dat ik vaak mascara bij me had. Ik ruim hem voor de zekerheid op.
Om te onderzoeken hoe belangrijk mijn uiterlijk voor me is, probeer ik een week niet in de spiegel te kijken. Je schijnt ontevreden te kunnen worden met je uiterlijk als je te vaak en te lang naar je spiegelbeeld kijkt. Dat merkte ik al bij mijn experimenten met shampoo, alternatieve dagcrème en de producten van de schoonheidsspecialiste. Ik raakte bijna verkleefd met de spiegel. Niets ontging me, geen vlekje, geen mee-eter, geen subtiel kleurverschil. Ik raakte steeds gefrustreerder omdat ik almaar meer onvolkomenheden zag. Daarom deze nieuwe uitdaging.
Het blijkt onverwacht moeilijk. Ik poets extra lang mijn tanden in de hoop dat alle etensresten echt weg zijn. Voordat ik wegga, check ik altijd snel mijn outfit in de spiegel in de slaapkamer, maar ook die bevestiging kan ik vergeten. Op straat probeer ik in spiegelende ruiten of autoraampjes een glimp van m’n silhouet op te vangen, terwijl ik mezelf voorhoud dat ik niet vals speel. Halverwege de week geef ik het op: het lukt me niet. Blijkbaar ben ik ijdeler dan ik dacht, of onzekerder.